Liedjes met een hoepeltje erom - 5CD

CD 1
Daar zat een klein zigeunermeisje
Groen is gras
De zevensprong
Ik heb een mooie bloemenmand
'k Heb een stuiver in mijn hand
Jan Huigen in de ton
In Holland staat een huis
Joepie Joepie is gekomen
Zo gaat de molen
We maken een kringetje van jongens en van meisjes
Zakdoekje leggen, niemand zeggen
Zeg, ken jij de mosselman
Alles in de wind
't Regent op de brug
Ik zou zo graag een ketting rijgen
'k Zag twee beren
Ik stond laatst voor een poppenkraam
Mooi Ietje Fietje, trek je baljurk aan
Rood, rood, 'k heb geen rood
Schip moet zeilen, scheepje ligt aan wal
Tussen Keulen en Parijs
Witte zwanen, zwarte zwanen
'k Heb een brilletje al voor mijn ogen
Wie gaat er mee
Twee emmertjes water halen
Schipper,  mag ik overvaren
Altijd is Kortjakje ziek
Daar zat een aapje op een stokje
Hoedje van papier
Elsje Fiederelsje, zet je klompjes bij het vuur
Goedenavond tante Betje
Het regent, het zegent
In Den Haag daar woont een graaf
Klein klein kleutertje
Onder moeder's paraplu
Schuitje varen, theetje drinken
Vader Jakob, vader Jakob
Zagen, zagen, wiedewiedewagen
Moriaantje zo zwart als roet
Slaap kindje, slaap
CD 2
Alle eendjes zwemmen in het water
In een groen knollenland
Hansje pansje kevertje
Dikkertje Dap klom op de trap
Kijk, het beertje Pippeloentje
Acht kleine eendjes met rode teentjes
Eekhoorn, eekhoorn met je lange staartje
Een muggebeet, een muggebeet
De spin wiedewin
Jongens, meisjes aan de kant
Piep, piep, piep, piep, piep
Een spinnetje, een spinnetje
Op een houten bruggetje
Onder de grond, onder de grond
De krokodil ligt in het water
Pinguïns, twee pinguïns in de ijskast van mijn oom
Visje, visje in het water
Wat hangt daar aan een draad?
Wat hoor ik toch?
In het bos daar staat een huis
Poesje mauw, kom eens gauw
Boer wat zeg je van mijn kippen
Een koetje en een kalfje die stonden in de wei
Grauwtje de ezel, die liep laatst in het gras
Op de boerderij daar lopen dieren in de wei
Schaapje, schaapje heb je witte wol
Lammetje, lammetje, lammetje
Er zaten zeven kikkertjes
Knor, knor, knorrepot
Drie kaboutertjes die dansen in het bos
Arie bombarie, waar ga je naar toe?
Ik tel gewoon van één tot tien
Onder hele hoge bomen
Op een grote paddestoel
Zeg Roodkapje waar ga je henen
Kaboutertjes drinken kabouterthee
Wat zou ik doen, hoe zou het zijn?
Oh, kom er eens kijken
Woutertje kaboutertje
Hallo meneer de uil
Timpe tampe tovenaar
 
CD 3
Er liggen bolletjes in de grond
Krokusbolletje, krokusbolletje
Mari Marijne, Mari Maron
Ik weet dat de lente komt
Drie kleine kleutertjes
Berend Botje ging uit varen
Op een klein stationnetje
Conducteurtje, knip mijn kaartje
IJscomannetje, vroeg of laat
De schep, de hark, de schoffel en de schaar
Herfst, herfst, wat heb je te koop
Hoor de wind eens waaien
Spetter, spetter spat
Tikke takke regen
Pak je laarzen, pak je jas
Twee druppeltjes regenwater
Zie je de kastanjes aan de bomen
Van de hoge bomen
Dag meneer de sneeuwman
Daar staat een hele grote man
Sneeuwman, sneeuwman
Chauffeurtje mag ik mee met jou?
Door de straat rijdt een autobus
In de Haagse stadsbus
Tjoeke, tjoeke, tjoek, zo doet de trein
De stoker en de machinist
Een treintje ging uit rijden
Fietsie foetsie is mijn fietsie
Helikopter, helikopter
Stap in de vliegmachien
Klein rood autootje, waar breng je ons naar toe?
Pinda liep langs de spoorwegbaan
Rood zijn de kersen, rood zijn je wangen
Hieperdepiep het is vakantie
Clowntje heeft een rooie neus
Ik heb een vriend in het circus
Ik zit op een schommel en ik schommel
Logeren (ik ga het proberen)
Moeder mag ik mee?
Uit Artis is een beer ontsnapt
Dikkie Dik ging vissen vangen
Wij gaan naar de dierentuin
Lekker rennen in je blootje (zand op je boterham)
Au au au, dokter komt u gauw?
De orgelman
Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis
Ik heb een tante en een oom
CD 4
Dieren in 't stalletje
Er was er eens een kerstman, ran plan plan
't Is donker daarbuiten
In ied're kleine appel
Kling klokje klingelingeling
Boom versieren, tiereliereliere
Oh denneboom, oh denneboom
De kop van de kat is jarig
Di mi jere joe verjari
Twee violen en een trommel en een fluit
Ei, ei, ei
Oh, wat zijn wij heden blij
Er is er één jarig, hoera hoera!
Lang zal zij leven
Drie maal drie is negen
Advokaatje ging op reis
Boven op de bergen
Deze vuist op deze vuist
De waggelmannetjes lopen in de maat
Draai het wieletje nog er eens om
Dit zijn mijn wangetjes
Een grote banaan uit Afrika
In de maneschijn
Hoofd, schouder, knie en teen
Keteltje, dik van buik
Zwaai de beentjes, zwaai de teentjes
Honderdduizend haren op je hoofd
In mijn holletje
Ora Viva
Met de vingertjes
Papegaai is ziek
Torentje torentje bussekruit
Twee handjes op de tafel
Vlieg op dikke vlieg, dikke bromvlieg
Aja kabaja kabine bine bom
Kleine Chineesje
Tsjinge tsjange tsjoke
Grote klokken zeggen
Met trommel en trompet
't Is feest in de keuken
Wij kikkertjes
Oze wieze woze wieze walla
CD 5
Opa Bakkebaard heeft een huisje
Tierelierelier, wat ga je kopen
Zeg bakkertje, zeg bakkertje, . . . (. . . wat doe je met dat meel?)
Blokken bouwen
Gapen gapen, 't kindje moet gaan slapen
In het bad, bad, bad
Dierom daaroem doem
Handen wassen voor het eten
Kleertjes uit, pyjamaatjes aan
Kleine Katrijntje zat midden op het gras
Zoeken in de boekenkast
Piet de smeerpoets
In ons huisje snoept een muisje
Klein Willemijntje
Smakelijk eten, smakelijk eten
Lekker in het water, lekker in het bad
Word wakker en was je handen
Tikke takke tonen
Tjoep, zegt de vlieger
Reus, reus, lelijke reus
Driekoningen, driekoningen
Achter op de grote wei
Palm palm Pasen
Ik zag twee hazen vlak voor Pasen
Elf november is de dag
Sinte, sinte Maarten
Sint Maarten, wat is het koud
Eén klompje, twee klompjes, drie kleine klompjes
Heb je 't al gelezen? Het paard van Sint is ziek
In het stadje Suikerhuizen
Sinterklaasje bonne, bonne, bonne
Rommel de bommel, wat een gestommel
Sinterklaas kapoentje
Wie komt er alle jaren
Zwarte Piet ging uit fietsen
Piet heeft gesnoept van de pepernoten
Sinterklaasje, Sinterklaasje
Zwarte Piet, wiedewiedewiet
Zwarte Pieten moeten alle dagen gymen